Klankgeoriënteerd zingen

Klankgeoriënteerd zingen is een manier van zingen die is gebaseerd op de Lichtenberger methode. Wat dat inhoudt wil ik graag duidelijk maken door een voorbeeld.

Stel, jij hebt les en je zingt een loopje, als oefening of in een lied en je docent ziet en hoort dat er veel spanning is rond de kaak. In een ‘gewone’ zangles zou je docent een aanwijzing geven als: ‘ontspan je kaak’.

In een klank georiënteerde zangles zou de docent je juist vragen om deze spanning niet te gaan corrigeren, zelf niets te doen, maar te voelen waar de spanning zit en te kijken of de klank contact kan maken met dit gebied en deze spanning. In eerste instantie gaat het om bewustwording van de spanning en het onderzoeken ervan. Door klank te maken is het makkelijker om in contact te blijven met de spanning en alles te voelen waar het mee te maken heeft en wat het oproept. Maar de klank doet meer dan alleen maar helpen om erbij te blijven en bewust te ervaren. De klank kan ook weer beweging en meer vrijheid brengen in dat gebied. De docent helpt dit proces door vragen te stellen (zoals: waar voel je de klank?) en door stimulaties aan te dragen (bijvoorbeeld, leg je vingertoppen op je kaakbeentjes). Door deze vragen en stimulaties kan het lichaam zich de oorspronkelijke ontspanning en vrijheid weer herinneren. En zo kan het zijn dat je op een gegeven moment voelt dat je kaak uit zichzelf ontspant, zonder dat jij het zelf doet. Daarom heet deze methode klank-georienteerd: het is eigenlijk de klank zelf die het werk doet!

In het eerste geval heb je een tijdelijke ontspanning van de kaak, die je met wilskracht en spierkracht voor elkaar hebt gekregen en waar je elke keer opnieuw aan moet denken. Het is iets wat je moet doen, net als alle andere technische aanwijzingen.

In het tweede geval heb je iets van de oorspronkelijke ontspanning van de kaak terug gevonden. Het voelt niet als iets doen, maar meer als iets dat gebeurt. En dat geldt voor het hele zingen: het wordt meer en meer iets dat gebeurt, dat moeiteloos is en vanzelf gaat, juist omdat je leert om niet in de weg te lopen en jezelf te manipuleren met allerlei technische aanwijzingen en correcties. Ondertussen heb je ook nog iets gedaan aan de spanning in je lichaam, waardoor dit werk ook een soort lichaamswerk is. Je leert niet alleen beter zingen, maar jij en je lichaam worden vrijer!